NIEUWE VRAGEN AAN OUDE DINGEN

vrijdag, 12 januari 2018

Veerman Bouwhistorie vermaakt zich weer volop boven en onder de Grote Rivieren. Bij talrijke restauraties en herbestemmingen is inmiddels de visie van een goede en ervaren bouwhistoricus weer meer gewenst. Lokale overheden sturen aan op zo'n samenwerking, wanneer het gaat om verenigen van cultuurhistorie en vernieuwen. Gelukkig denken bij monumenten ook eigenaars, ontwerpers en ontwikkelaars er steeds vaker uit zichzelf aan dat weten wat je hebt een minstens zo goed startpunt is als eerst eens bedenken wat je misschien wel niet allemaal zou kunnen willen.

Dus ik ben goed aan de slag. Vandaag (ik schrijf op vrijdag) had ik bij twee verschillende opnames de inval: 'Ha! Zo zit dat hier dus. Dat had niemand vanmorgen, voor we aan het werk gingen, kunnen bedenken.' Een bouwhistoricus ziet dikwijls voor het eerst dingen -- en bouwfasen -- samen, die nooit eerder samen zichtbaar waren. Het is vervolgens zaak om ze goed te documenteren en te duiden. Initiatiefnemers, architecten, erfgoedspecialisten etc. moeten het vervolgens eens worden over het antwoord op de vragen of en hoe de materie en de tijdslagen in de toekomst samen kunnen blijven gaan.

THUIS NAMETEN: EEN STUK VERDER GELOPEN ZONDER ROLMAAT, DAN MAAR DE EIGEN PEN!
LAATSTE NIEUWS | NIEUWSARCHIEF